Misschien zitten sommigen van jullie nog wel met deze vraag. Programmeertalen kunnen enorm verschillen qua syntax, gebruiksvriendelijkheid en geschikte toepassingen. Daarnaast staan programmeurs erom bekend dat ze sterke meningen hebben: zeker over operating systems en programmeertalen. In dit artikel vertel ik je over de belangrijkste soorten programmeertalen en hun voor- en nadelen.
Scripttalen
We beginnen met de programmeertalen die het makkelijkst te begrijpen zijn. Scripttalen zijn over het algemeen beperkt, hebben een simpele syntax en worden gebruikt om taken te automatiseren. Ze communiceren makkelijk met andere programma’s en het besturingssysteem. Hierdoor zijn ze bijvoorbeeld ideaal om een scriptje te schrijven dat je kan runnen elke keer dat je computer opstart. Je kunt dan bijvoorbeeld de laatste data downloaden of een programma gebruiken om in te klokken. Deze talen zijn ook geschikt als je niet in de IT werkt, maar wel een interesse voor programmeren hebt en vaker repetitieve taken uitvoert. Ook worden deze talen veel gebruikt door systeembeheerders.
Vaak worden ze ook regel voor regel uitgevoerd, in tegenstelling tot eerst alles te doorlopen (dit noemen we compilen) voor code uitgevoerd kan worden. Dit is belangrijk om te weten, omdat als een programma crasht de instructies op de voorgaande regels wel uitgevoerd zijn.
Voorbeelden van scripttalen zijn Perl, PHP, JavaScript, PowerShell en Python. Perl werd in de jaren 90 veel gebruikt op het web, maar tegenwoordig zijn PHP en JavaScript de populaire keuzes voor dynamische websites. Als je geïnteresseerd bent in het ontwikkelen van websites zijn PHP en JavaScript daarom je beste keuzes. PHP wordt ook gebruikt in de backend van websites. Op webprogrammeren komen we zo nog even terug.
Perl wordt nog gebruikt voor taken zoals systeembeheer, databasetoegang en communicatie tussen client en server, maar tegenwoordig is er niet veel vraag naar Perl meer. Hetzelfde soort taken kun je ook uitvoeren met bijvoorbeeld PowerShell (Windows) en verschillende varianten (genaamd shells) van de scripttaal voor Unix (Linux). Deze laatste twee zijn daarom geschikter als je geïnteresseerd bent in operations: deze belangrijke IT'ers lossen problemen met de software op, updaten systemen en schalen ze ook op wanneer nodig.
Dan hebben we nog één voorbeeld over: Python. Python is heel breed toe te passen en wordt gebruikt op het web, in data science, game development en nog veel meer. Spoiler: Python wordt nog vaker genoemd in dit artikel. De taal is makkelijk te leren en consistent één van de favoriete talen onder programmeurs. Als je nog geen keuze hebt gemaakt over de richting die je op wilt binnen de IT is Python daarom ook een goede keuze.
Objectgeoriënteerde talen
Dit is de categorie waar de meeste van jullie je favoriete programmeertaal terug zullen vinden. Objectgeoriënteerd programmeren is een concept dat breed wordt toegepast en is het meest geschikt voor grote applicaties. Als je object-georiënteerd denkt, deel je een groter probleem op in verschillende herbruikbare objecten. Deze objecten hebben eigenschappen en functies. Er wordt veel gewerkt met zogenaamde getters en setters: je maakt dan geen directe aanpassing aan het object, maar gebruikt functies die bepalen welke informatie je mag instellen en opvragen. Bijvoorbeeld om te zorgen dat je alleen een geldig e-mailadres op kunt geven voor een contact.
Objectgeoriënteerd programmeren is een concept waar je even mee moet oefenen, maar het levert een sterke basis op. Als je bijvoorbeeld software developer wil worden, is het cruciaal om objectgeoriënteerd te kunnen programmeren.
Voorbeelden van object-georiënteerde talen zijn Java, C#, C++ en Python. Java is een populaire taal, die relatief makkelijk te leren is voor beginners. De concepten die je binnen Java leert zijn ook te gebruiken in andere talen en de taal is veelzijdig. Ook is er veel vraag naar Java-developers om applicaties te ontwikkelen en onderhouden. Het nadeel is dat Java, ondanks moderne verbeteringen, de reputatie heeft een langzame taal te zijn. Dit komt onder andere door servers die verouderde Java-versies geïnstalleerd hebben staan of inefficiënte implementaties.
Vaak wordt er ook gevraagd naar .NET-developers, maar eigenlijk is dit een hulpmiddel om C# te schrijven. Ook C# is makkelijk om te leren en breed toepasbaar, zeker met behulp van het .NET-framework. De taal is ontwikkeld door Microsoft en wordt regelmatig uitgebreid, wat het een geschikte taal maakt als je al affiniteit hebt met andere Microsoft-producten (bijvoorbeeld SQL Server of Azure voor cloud computing).
De laatste twee voorbeelden zijn Python en C++. Python kan naast scripten ook goed gebruikt worden voor objectgeoriënteerd programmeren. Ook C++ is een goede beginnerstaal en wordt vooral gebruikt voor game development, bijvoorbeeld in Unity.
Webprogrammeren
Deze ‘categorie’ is eigenlijk een verhaal apart, omdat de pagina’s die je online vindt opgebouwd zijn met verschillende technieken. Het verwerken van de data die je op de pagina te zien krijgt heet back-end programmeren. De back-end wordt vooral geschreven (95%!) in PHP.
Maar we zien op webpagina’s niet alleen maar data: we structureren wat we willen laten zien in HTML (HyperText Markup Language). Dit is een vrij simpele taal, waarmee we kunnen aangeven hoe we een pagina willen weergeven. Dit wordt dan weer verder gestijld met bijvoorbeeld kleuren, omlijningen en nog veel meer. Deze technologie heet CSS (Cascading Style Sheets). Technisch gezien is dit een style sheet language, maar in de praktijk zijn er eigenlijk geen alternatieven om pagina’s vorm te geven. Het vormgeven van een pagina wordt front-end development genoemd.
Afhankelijk van waar je interesses liggen kun je ervoor kiezen om de front-end, back-end of beide te programmeren. Developers die zowel front-end als back-end programmeren noemen we full stack developers.
Dus?
Hopelijk heb je na dit artikel een goed idee welke programmeertaal bij jou past. Kort samengevat: als beginner kun je het beste aan de slag met een scripttaal of objectgeoriënteerde taal. Elke taal heeft zijn eigen voor- en nadelen, specifieke toepassingen en een hoop programmeurs met sterke meningen hierover. Zo is C++ specifiek geschikt voor game developers en C# voor programmeurs die ook met Microsoftproducten werken. Een webprogrammeur moet in ieder geval wat HTML kunnen, maar specialiseert zichzelf vaak in front-end of back-end. Nog niet kunnen kiezen? Probeer anders onze gratis Python-opleiding eens uit, of bekijk een van onze IT-proeverijen op YouTube!